Utopia, 1516
Vijfhonderd jaar geleden, in december 1516, rolde Utopia van de persen bij de Leuvense drukker Dirk Martens. Het kreeg de titel: ‘Libellus vere aureus, nec minus salutaris quam festivus, de optimo rei publicae statu deque nova insula Utopia’. Vertaald is dit ‘Een gouden boekje, niet minder heilzaam dan grappig, over de ideale samenleving en over het nieuwe eiland Utopia’. Hierin beschrijft de Engelse humanist en jurist Thomas More (1478-1535) de droomspiegeling van een ideale, niet-bestaande plaats. Hij situeert deze volmaakte samenleving op een eiland in de verre ‘Nieuwe Wereld’. Mores ideeën verspreiden zich vanuit Leuven via vele uitgaven en vele vertalingen over de wereld.
In de tentoonstelling ‘Op zoek naar Utopia’ plaatst het M-Museum Leuven dit boekje in zijn context, confronteert het met andere utopieën en dystopieën, illustreert het wereldbeeld dat verandert in de 16de eeuw én brengt men de fascinatie voor de mechanisering van de wereld onder de aandacht.
Thomas More, vriend van Erasmus en Gillis
De expo start met Thomas More zelf. Via diens portret, geschilderd door Hans Holbein de Jongere uit de National Portrait Gallery van Londen, vertelt de curator zijn leven. Thomas More is ongeveer 49 op het portret. Als vertrouweling van Hendrik VIII draagt hij een roos in de pendule rond zijn nek, het symbool van de Tudors. Twee jaar wordt hij benoemd tot Lord Chancellor. De echtscheiding van Hendrik VIII en Catharina van Aragon verstoort de vertrouwensband tussen beiden. De paus geeft hiervoor geen toestemming en More komt in gewetensnood: moet hij als adviseur de koning of de paus volgen? Zijn loyaliteit aan de paus wordt hem niet in dank afgenomen: Hendrik VIII laat hem opsluiten in de Tower van Londen en waarna hij onthoofd wordt.
Als diplomaat en raadgever van de Engelse koning Hendrik VIII komt hij onder andere in Leuven en Antwerpen terecht. Hij ontmoet er andere humanisten als Desiderius Erasmus en Pieter Gillis. De Antwerpse schilder Quinten Metsys legt hun vriendschap vast in een dubbelportret van Erasmus en Gillis. Op deze diptiek is More indirect aanwezig via een brief die Gillis in de linkerhand houdt. Dit dubbelportret krijgt een plaats bij More thuis. Het portret van Erasmus is in de collectie van de Engelse koningin terechtgekomen en is voor deze tentoonstelling uitzonderlijk uitgeleend aan het M-Museum.
Utopia (Thomas More) © Wim Provoost
Centraal op een gouden sokkel ligt een eerste druk van Utopia open op de eerste bladzijden. We zien een gravure van het eiland en het Utopische alfabet dat 22 letters telt. In de uitleg die gegeven wordt beschrijft men de inhoud ervan. De Utopiërs leven sober, gelijkmatig en in harmonie met de natuur. Het contrast met Mores tijd is duidelijk: Europa is rond 1517 ontwricht door tirannieke vorsten als Hendrik VIII in Engeland, Frans I in Frankrijk en Karel V in het Spaanse imperium. More dwingt zijn lezers na te denken over prangende vraagstukken als religieuze diversiteit, naastenzorg en euthanasie.
Utopia - Dystopia
Het tweede deel van de tentoonstelling heeft ‘Voorbij Utopia. Beelden van Paradijs en Hel’ als titel. In deze zalen worden voorstellingen van het paradijs getoond. Na de zondeval en de verdrijving uit de tuin van Eden prikkelt het paradijs de verbeelding. Volgens de Bijbel ligt het ‘ergens in het Oosten’. Maar waar? Kunstenaars proberen het diepgewortelde verlangen naar het paradijs voor te stellen in een brede waaier van voorstellingen zoals het aards paradijs, de minnetuin, het paradijs der zinnen, de Stad Gods of een besloten hofje. Zelfs de middeleeuwse Roman de la Rose, een verhaal uit de dertiende eeuw, heeft het over een volmaakt verloren paradijs: het verhaal speelt zich grotendeels af in een ommuurde tuin.
Een specifieke voorstelling van het paradijs zijn de Mechelse Besloten Hofjes. Het zijn stuk voor stuk unieke kastjes waar talloze relikwieën, zijden bloemen en planten door een hek worden afgescheiden van de toeschouwer. In gedachten worden we via resten uit heilige plaatsen meegenomen op een pelgrimstocht naar het verloren paradijs.
Utopia wordt niet alleen met geïdealiseerde werelden geconfronteerd, maar ook met dystopieën: werelden vol terreur en straf. Hiervoor worden afbeeldingen van de hel getoond. ‘Het visioen van Tondalus’ van een navolger van Jheronimus Bosch toont hoe een ridder in een apocalyptisch visioen een rondleiding krijgt van een engel door de hel. Hij ziet hoe zielen gestraft worden door de monstertjes die Bosch typeren.
Utopia: een onbekende wereld
Het derde deel van de tentoonstelling brengt ons bij de ontdekkingsreizen. More leeft in een tijd waar de wereld groter wordt: Amerika is pas ontdekt en de ontdekkingsreizigers hebben een alternatieve route naar Indië en het Verre Oosten gevonden. De verteller die More aan het woord laat in Utopia is dan ook de Portugese avonturier Hythlodaeus. Hij heeft in het spoor van Amerigo Vespucci een reis ondernomen en ‘ontdekte’ zo het eiland Utopia.
Mores fictie toont een echt verlagen om in de Nieuwe Wereld een ideale staat en samenleving te vinden. Het fictieve Utopia toont gelijkenissen met de ideeën van de Indiase Brahmanen en hun fictieve schrift lijkt op de schrifttekens uit het Verre Oosten.
Passend bij deze utopische wereld zijn de middeleeuwse voorstellingen van monsterachtige bewoners van de terrae incognitae of onbekende wereld. Thomas van Cantimpré beschrijft in zijn encyclopedie uit de dertiende eeuw een hele resem vreemde wezens die voorbij de horizon zouden leven: naast de antieke cyclopen zijn er de amazonen en mannen met zes armen. Deze beeldvorming leeft nog sterk door tot in de tijd van Thomas More.
Indrukwekkend is een wereldkaart uit 1550. Ze werd gemaakt voor de Franse koning Hendrik II en wordt beschouwd als een van de mooiste kaarten uit de renaissance. De contouren van de werelddelen zijn heel herkenbaar, al geeft de tekenaar ook verzonnen informatie. Hoewel Australië nog niet ontdekt was, tekent hij op deze plaats op de kaart een enorme landmassa: de wereldbol moest immers in evenwicht zijn tussen het Noordelijke en het Zuidelijke halfrond.
De fascinatie voor de mechaniek
Het laatste deel – ‘Voorbij Utopia’ – behandelt de vooruitgang van de wetenschap in deze periode op de grens tussen de middeleeuwen en de nieuwe tijd. In tegenstelling tot de Utopiërs laten de Europeanen uit de 15de en de 16de eeuw zich wel leiden door de astrologie. Ze ontwerpen astrolabia en globes om de wereld te vatten en zichzelf een plaats te geven binnen dat enorme heelal.
Op de tentoonstelling zijn dan ook verschillende van deze meetinstrumenten te zien, zoals een aantal instrumenten gemaakt door Gerard Mercator: een aard- en hemelglobe én een astrolabium. Er zijn ook een aantal armillaria (of armillaire sferen) te zien, instrumenten die de individuele positie van een hemellichaam ten opzichte van de aarde laten zien. We zitten immers in de tijd vóór Galileo Galilei, in een geocentrisch wereldbeeld.
De tentoonstelling eindigt met een miniatuur uit de 15de eeuw bij de tekst ‘De klok der wijsheid’ van Henri Suso. Deze afbeelding, die bewaard wordt in de Koninklijke Bibliotheek van België, telt maar liefst acht verschillende meetinstrumenten: onder andere een klok met gewichten, een astrolabium en een aantal kwadranten… Het geeft een unieke kijk op de technische vernieuwingen aan het einde van de middeleeuwen. Immers: zonder deze vernieuwingen, geen ontdekkingsreizen en geen Utopia…
Globale indruk
Hoewel we even moesten zoeken naar de zalen waar de tentoonstelling doorging – er gaan momenteel een aantal exposities door in het M-Museum – is ze overzichtelijk opgebouwd. De curator Jan Van der Stock vertrekt bij Utopia zelf en confronteert het boekje ten eerste met andere utopieën en dystopieën, vervolgens met de ontdekkingsreizen en tenslotte met de fascinatie voor de mechanisatie van het wereldbeeld in de 15de en de 16de eeuw.
Elke bezoeker krijgt een audiogids mee die per zaal de historische achtergrond schetst en die uitleg geeft bij een aantal van de tentoongestelde stukken. Deze uitleg is zeer grondig en daardoor niet licht verteerbaar. Bezoekers moeten echt moeite doen om te blijven volgen. Toen ik er rondliep waren er ook drie museumgidsen bezig met een rondleiding: hun uitleg was duidelijker en meer afgestemd op een mainstream publiek.
‘Op zoek naar Utopia’ is een aan te raden tentoonstelling die een beeld schetst van het veranderende wereldbeeld in de eerste helft van de 16de eeuw. Thomas More – de Engelse humanist en auteur van Utopia – wordt als een symbool van het kritisch denken over mens en maatschappij, God en wereldbeeld. Utopia werd in 1516 uitgegeven. Het is een droom van een andere, ideale wereld. Is dit niet nog steeds de droom van velen vijfhonderd jaar later?