Ik moet zo’n 15 jaar geweest zijn toen ik mijn eerste Griekse mythen te lezen kreeg: een mooie verzameling, geschreven door Karel Verleyen en Frank Leys: ‘Uil of adelaar, verhalen van Grieken en Romeinen’. Ik verslond ze.

Aangenaam was dan ook de verrassing toen ik Stephen Fry in The Graham Norton Show hoorde zeggen dat hij zijn eigen hervertelling uitbracht. Ik kon bijna niet wachten tot de Nederlandse vertaling op de markt kwam.

De voorbije weken had ik dan ook eindelijk eens wat tijd om mijn tanden in dit heerlijke boek te zetten. Het is een echte hervertelling: geen interpretatie of uitleg. Fry schrijft het al in zijn voorwoord: “ik wil de verhalen alleen maar vertellen; ik ga ze niet uitleggen en geef ook geen analyse van de menselijke waarheden en psychologische inzichten die er mogelijk achter liggen. De mythen zijn op zich al fascinerend genoeg.”

En vertellen kan hij: Mythos boeit van het allereerste begin (en dit mag je letterlijk nemen: Fry begint bij het mythische begin, de chaos waar de bijbelse ‘tohu wa-bohu’ bijna in weerklinkt) over de strijd tussen de goden tot het ontstaan van de Dōdekátheon – de twaalf goden – tot de meer menselijke mythes over Echo, Narcissos en Midas.

En als Fry vertelt “is er helemaal niets academisch of intellectueels aan de Griekse mythologie. Griekse mythen zijn verslaven, amusant, toegankelijk en verbazingwekkend menselijk.”

Wie nog geen boek heeft om onder de – misschien wel Griekse – zon te lezen op vakantie: neem Frys Mythos mee en ontdek dat niets menselijks de Griekse goden vreemd was…

Stephen Fry – Mythos. De Griekse mythen herverteld.

Thomas Rap,

Amsterdam.

422 blz.

€ 24,99.

★★★★★