Bovenop het belfort waakt een draak over de stad. Al in 1377 vermelden de stadsrekeningen het fabelachtige dier. Twee legendes geven de draak een nog oudere geschiedenis mee.
Prudens Van Duyse (1804-1859) beschrijft in zijn Gentse Sagen dat graaf Boudewijn IX in het begin van de dertiende eeuw samen met de Gentenaars en de Bruggelingen de stad Constantinopel belegert. De Bruggelingen nemen de koningsdochter Blanca gevangen en sluiten haar op in één van de vele torens. Een draak vliegt voorbij waardoor de bewakers op de vlucht slaan. De koene Gentse ridders gaan de strijd aan. Maar telkens ze dichterbij komen, blaast de draak ze terug met een stinkende rookwolk. Ondanks verschillende pogingen moeten de Gentenaars overwonnen afdruipen naar hun legerkamp.
De koning van Constantinopel probeert zijn dochter vrij te krijgen en biedt een kist vol goud aan de Gentenaars aan om een nieuwe poging te doen zijn dochter van bij de draak weg krijgen. De jaloerse Bruggelingen horen dit en stappen naar de koning met een voorstel: als zij Blanca vrij krijgen, is de schat voor hen en niet voor Gent. De radeloze koning aarzelt geen moment en stemt in met dit verzoek.
De Bruggelingen gebruiken een list. Ze zetten een gigantische pot op het vuur en kappen er de inhoud van een klein flesje in. Ze brengen de kookpot tot bij de draak, die onmiddellijk zijn honger stilt en in slaap valt. De Bruggelingen aarzelen geen seconde en brengen de finale doodsteek toe aan de draak en vertrekken terug naar het Avondland, met draak, buit én koningsdochter…
In Vlaanderen aangekomen dopen ze de plaats waar ze aan land gaan om tot ‘Blanca-Bergen’ (Blankenberge). De triomftocht wordt verdergezet naar Brugge, waar ze de draak op de Sint-Donaaskerk plaatsen als zegeteken.
De ontevreden Gentenaars willen wraak. Ze wachten een halve eeuw tot Filips Van Artevelde – zoon van Jacob – Brugge eindelijk op de knieën krijgt in de slag op het Beverhoutsveld. De draak wordt naar beneden gehaald en langs de Lieve in triomf naar Gent gebracht, waar hij sinds die dag op het belfort prijkt.
Een andere legende meent dat het wat anders gelopen is… Honderd jaar daarvoor ontvangt de keizer van Constantinopel de Noorse koning Sigurd Magnussen, die was daar in de buurt voor de kruistocht tegen de Seldsjoeken. Uit dankbaarheid voor de schitterende ontvangst schenkt de Noor de draak van de voorsteven van zijn schip aan zijn keizerlijke gastheer, die het pronkstuk op de Aya Sophia laat plaatsen.
Graaf Boudewijn IX wordt tijdens de kruistochten tot keizer van het Byzantijnse Rijk gekroond in diezelfde Aya Sophia. Hij haalt de draak naar beneden en schenkt het kleinood aan het stadje Biervliet als beloning voor getoonde moed tijdens de strijd. Lang blijft de draak niet in Zeeuws-Vlaanderen: kort daarna valt hij in de handen van de Bruggelingen.
Het zijn twee mooie legendes die de Gentse draak meer verleden willen geven. Ze verbinden hem met een reeks elementen uit de middeleeuwse geschiedenis: de Noormannen, de kruisvaarten, de graaf van Vlaanderen en de eeuwenoude strijd tussen Gent en Brugge. De geschiedenis is droger: in 1377 geeft de stad Gent 2312 pond uit voor het vervaardigen van een draak. Dat de Gentenaars juist een draak kiezen als bekroning van het belfort is niet zo verwonderlijk. In bet belfort bevindt zich het ‘sekreet’, een versterkte zaal waar alle charters en privileges van de stad bewaard worden. En een draak wil nu net in de wereld van sages en mythes gezien worden als de nooit slapende beschermer van schatten…
Het verband is duidelijk. Het fabelachtige dier is in Gent eeuwenlang de symbolische bewaker van de gemeentelijke vrijheden. En voor wie van cijfers houdt: de draak is 3,55 meter lang, 1,50 meter breed tot de toppen van de vleugels, 1,80 meter hoog en hij weegt 455 kg.
Tijdens de Gentse Feesten van 2018 spuwde de draak tien dagen lang vuur, net zoals in de middeleeuwen!