In het Citadelpark zit op een kunstmatige rots een zwarte jongen naar ons te kijken. Zijn naam is Sakala. Hij is de zoon van een Congolees stamhoofd. Hij is in 1885 met Lieven Van de Velde naar Gent meegereisd. Twee jaar lang verblijft hij in het (nu verdwenen) ouderlijk huis Vandevelde in Kort Onderbergen – nu de Gebroeders Vandeveldestraat. Ondertussen loopt Sakala school in de Ledeganck en wordt hij door zijn mentor meegenomen naar lezingen allerhande over zijn geboorteland.
Lieven (geboren in 1850) en zijn jongere broer Jozef Vandevelde (geboren in 1855) waren bij de eersten die in het spoor van Henry Morton Stanley het binnenland van Congo verkennen. Lieven vertrekt al in 1881 vanuit Southampton naar Afrika met aan boord een nog in elkaar te steken stoomboot waarmee hij de Congostroom wil opvaren. Die moet onderweg zelfs nog eens uit elkaar gehaald worden om de watervallen tussen Vivi (Matadi) en Leopoldstad (Kinshasa) te omzeilen. Zijn broer Jozef vertrekt een jaar later om hem te vervoegen. Jozef is nog maar pas aangekomen in Congo, of hij wordt al ziek. Gedragen in een hangmat moet hij terug naar de basispost Vivi. Hij overlijdt amper 4 maanden na zijn aankomst.
Aangedaan door het overlijden van zijn broer, zet Lieven zich in voor zijn dragers die getroffen zijn door de pokken. Samen met Stanley begint hij aan de aanleg van een weg tussen Vivi en Leopoldstad. Ondertussen sluit hij allerhande vredesverdragen met lokale chefs.
Lieven wordt zelf ook ziek in 1885. Hij keert terug naar Gent om aan te sterken. Tijdens dat bezoek brengt hij Sakala mee, de zoon van stamhoofd Mambuco bij Vivi, op de benedenloop van de Congorivier. De krant “De Koophandel” schrijft hierover op 13 december 1885: “Luitenant Van de Velde is vrijdag uit Congoland te Gent aangekomen om zijne ouders te komen bezoeken. Hij was vergezeld van prins Sakala, een twaalfjarige knaap, zoon van den koning van Vivi en erfgenaam van het Ziouzoland, waarover zijn oom thans heerscht. Luitenant Van de Velde is vol bezorgdheid voor zijne jeugdigen reisgezel. Aan de statie nam hij eene verwarmde vigilant. In Engeland aangekomen, was het [de] eerste maal dat de kleine prins Sakala het zag sneeuwen. Nooit had [hij] in zijn warm land sneeuw gezien ; hij vroeg wat al die witte vlokjes waren. Men antwoordde hem lachend: ’t Is suiker, die uit den Hemel valt. Aanstonds raapte de kleine wat sneeuw op om er van te proeven. Hij lachte met de grap en men gaf hem de verklaring van het voor hem zoo wonderbaar verschijnsel.”
Lieven geeft verschillende lezingen om propaganda te maken voor het Congolees avontuur. Hij sleurt Sakala mee als levend voorbeeld van een ‘beschaafde Congolees’. Speciale postkaarten worden verkocht met zijn afbeelding. Op 8 februari 1886 zijn ze te gast in de Gentse L’Union, schrijft “Le Bien Public”. Sakala is een welgeziene gast op deze conferenties die bedoeld waren om investeerders te lokken voor de net - in 1885 - opgerichte Belgische kolonie ‘Kongo Vrijstaat’.
In 1887 staat Sakala model voor de Gentse fotograaf Edmond Sacré. Een jaar eerder had Gustave Vanaise hem al geschilderd, samen met Jeanne De Raedt, het nichtje van Lieven Vandevelde. Het schilderij draagt de titel “Le nègre et moi" en bevindt zich in de collectie van Museum M in Leuven.
Terwijl Lieven Van de Velde verder propaganda voert, wordt Sakala naar school gestuurd in Gent. Hij volgt in de Ledeganck onder meer Frans en krijgt er les van onder anderen de oudheidkundige Alfons Van Werveke. De “Vooruit” weet op 15 maart 1887 te melden: “Men weet dat kapitein Vandevelde, een jonge Congolander, Sakala genaamd, zoon van het opperhoofd van Vivi, naar België heeft medegebracht en dat hij zich gelast heeft hem opvoeding en onderwijs te doen geven. Sakala is ongeveer 12 jaren oud en bezoekt de middelbare Staatsschool te Gent, waar hij veel voortgang doet. Hij kan reeds tamelijk goed fransch lezen en schrijven en spreekt die taal met gemak. Hij leert ook verscheidene ambachten. Binnen drie of vier jaren keert hij naar de Congo terug.”
In oktober 1887 keren Lieven en Sakala terug naar Congo. Vandevelde werd door koning Leopold II benoemd tot bevelhebber van de post aan de Stanley-Falls. In januari 1888 komen ze er aan. Volgens de “Vooruit” van 17 februari 1888 is Sakala gelukkig om terug thuis te zijn en vertelt hij honderduit over zijn ervaringen in België.
Een paar dagen later – op 20 februari – wordt dit nieuws hernomen en publiceert de “Vooruit” een brief van hem aan de Gentenaars: “De kapitein Vandevelde en ik hebben de reis in 50 dagen afgelegd. Ik was zeer blijde terug te zijn in mijn land. Mijn vader dacht dat ik dood was ; hij heeft geweend en gaf een groot feest als ik te Vivi ben aangekomen. Ik heb zooveel moeten vertellen van mijne meesters, die mij zoo veel dingen hebben geleerd en van mijne vrienden, die mij zulke schoone gedenkenissen hebben geschonken. Nu zijn wij op weg naar Leopoldville en De Falls ; wij kampeeren alle nachten in de bergen ; het regent en het is warm. Ik denk altijd aan Gent en hoop er terug te keeren om u allen te zien. Ik zal u schrijven en ik hoop dat ik soms van u ook tijdingen zal ontvangen.”
Terwijl de Gentenaren smullen van Sakala's brief, is er in Afrika een drama gebeurd: ook de oudste broer Vandevelde is er op 7 februari 1888 overleden.
Al heel snel wil Gent de broers Vandevelde eren als koloniale pioniers. Een paar maanden later is er al een monument. De inhuldiging gaat door op zondag 29 juli 1888. In de Ieperse krant “De Toekomst” lezen we: “De inhuldiging van het gedenkteeken opgericht ter eere van de gebroeders Van de Velde, heeft plaats gehad, in het bijwezen van eene buitengewone groote volksmenigte. (…) De stoet is langs voorbij het huis gegaan, waar de ouders van de gebroeders Van de Velde wonen. In den gevel van het huis, kort Onderbergen, nu Gebroeders Van de Veldestraat, werd een gedenkteken geplaatste, waarop men het volgende lezen kan, in de beide talen: “Hier woonden de gebroeders Van de Velde, in den Congo gestorven voor de beschaving. 1888.” (…) Het gedenkteeken (…) werd ontworpen door den teekenaar [Armand] Heins en uitgevoerd door den gunstig gekenden beeldhouwer [Louis] Mast. Op eene opeenhoping van rotsblokken waar de portret-medaillons der beide broers zijn aangebracht, zit een kleine Congoneger, een inlandsch speeltijd hanteerende. Aan zijn voeten liggen sagaaien, schilden, landkaarten, boeken, enz.”
Dit standbeeld roept een stuk koloniale geschiedenis op. De symbolen van het beschavingswerk die ooit aan Sakala’s voeten lagen zijn allang verdwenen. Hijzelf wordt het voorbeeld van een geslaagde ‘civilisering’ genoemd. Toch loopt het voor Sakala niet goed af. De eens op handen gedragen Congolees wordt aan zijn lot overgelaten. Majoor Charles Liebrechts, die in Congo werkt, stelt dat zijn studieverblijf in België hem rotverwend gemaakt heeft en hem geleerd had de Europeanen met minachting te bekijken. Liebrechts noemt Sakala dan ook een “pseudoprins” en “een zelfbenoemde zoon van een grote koning”. Hij weigert blanken te gehoorzamen en pleegt verraad tegenover de Belgische staat. “En dat”, besluit Liebrechts, “was het verhaal van de eerste Congolese inboorling die voor een verblijf in Europa gesocialiseerd werd.”
De foute afloop van dit verhaal wordt ook breed uitgesmeerd in de Belgische pers. “Vooruit” schrijft op 18 december 1889: “Hij oefende ginds de bediening uit van taalman en heeft die gelegenheid waargenomen om aan verschillende hoofdmannen waardijen af te persen. Om hen tot geven te bewegen, dreigde hij de zwarten met gramschap der Europeanen en met den oorlog. Sakala is nu veroordeeld tot dwangarbeid.” De Antwerpse krant “Het Handelsblad” borduurt ’s anderendaags verder op dit verhaal. Deze katholieke krant wijdt het ontsporen van Sakala aan diens opvoeding in een rijksschool. De journalist stelt onomwonden: “Het neutraal en ongodsdienstig onderwijs, gebrandmerkt door de veroordeling van eenen neger, ziedaar wat nieuws. En toch is het feit sprekend. Zooals wij gisteren meldden is Sakala, de negerjongen, door kapitein Van de Velde uit Afrika meegebracht en in de stadsscholen van Gent onderwezen, in Afrika tot dwangarbeid veroordeeld voor afpersing. Een aardig staaltje van europeesche beschaving, inderdaad, dat de zwarte philosophen ginder wijd zal doen nadenken. De Flandre libérale klaagt steenen uit den grond en wijdt dien zonderlingen afloop toe aan de ‘onvoltooide opvoeding’ van den jongen. Wij zijn van meening dat men hem in het geheel geen opvoeding heeft gegeven. Hij heeft wat leeren lezen, schrijven en rekenen en daarmee uit. Op het hart heeft men niet gewerkt, omdat voor zekere waanwijzen de geest alleen moet ontwikkeld worden. Neen, dan zien we liever negers, die door den godsdienst langzamerhand worden beschaafd, dan een, wien men gauw, gauw wat letters in het hoofd pomt om… er een schurk van te maken. Nu, de liberalen, die Sakala er bij plakten op het beeld van Van de Velde, mogen hunnen beschaafden (?) neger houden!”
Dit droeve einde van Sakala wordt bevestigd door de scriptie van de Antwerpse kunsthistorica Lisa Lambrechts (UGent): ‘Beeldvorming van zwarten in de negentiende-eeuwse Belgische kunst (ca. 1850 - 1897)’. Lambrechts ontving er eerder dit jaar de DiverGentprijs voor omdat ze de koloniale denkpatronen in de negentiende-eeuwse kunst blootlegt. In een interview met “Het Nieuwsblad” zegt ze: “In 1887 keerde hij samen met Lieven Vandevelde terug naar Congo. Volgens een legende is Sakala daarna bij een circus beland, maar daarna stopt zijn verhaal in de geschiedenis. Uit mijn onderzoek is gebleken dat hij zich tussen zijn 17de en 19de heeft aangesloten bij de Forces Publiques, de veiligheidstroepen in Congo. Uit één klein stukje tekst, dat ik terugvond in het archief van het Afrikamuseum in Tervuren, kon ik opmaken dat hij er op 24-jarige leeftijd is omgekomen. Op welke manier, is onduidelijk. Maar het is alom bekend dat het regime toen enorm gewelddadig was: afgehakte handen, zweepslagen ...”
Bronnen: Aan de Gentenaars overleden in de Vrijstaat Kongo, via pierrevancleven.be (s.d.) ; Harvey Blustain, Sakala: A Cultural Exchange Gone Bad, via wondersandmarvels.com (september 2015) ; Albert Chapeaux, Le Congo: Historique, Diplomatique, Physique, Politique, Économique, Humanitaire & Colonial. Brussels, 1894 ; Eric Hulsens, Sakala: van pronk-n-woord tot rebel, via dewereldmorgen.be (25 januari 2019) ; Tuly Salumu, Moorke stierf wellicht gewelddadige dood in Congo, in “Het Nieuwsblad”, 6 februari 2019 ; historische krantenartikels in “De Koophandel”, 13 december 1885 ; in “De Toekomst”: 29 juli 1888 ; in “Le Bien Pubic”: 14 december 1885, 22 december 1885 en 6 februari 1886 ; in “Het Handelsblad”: 13 december 1885, 26 februari 1888, 18 december 1889 en 19 december 1889 en in “Vooruit”: 15 maart 1887, 13 oktober 1887, 17 februari 1888, 20 februari 1888, 25 februari 1888 en 18 december 1889.
Top onderwerp en het verhaal is goed gebracht! Klein vraagje, er staat onderaan te lezen dat hij bij de 'Force Publique' is gegaan --> waren het niet net zij die als een soort van troepenmacht voor de blanken werkten en het vuile werk deden bij de onderdrukking van de andere Congolezen (zweepslagen geven, handen afhakken, etc.)? Het regime was erg gewelddadig, maar als hij bij de Force Publique ging was hij mede verantwoordelijk voor de uitvoering van die wanpraktijken, eerder dan slachtoffer...
Dag Heleen. Ik vermoed dat je de muurschildering bij de blogpost bij de waterzooi bedoelt. Deze is te vinden aan de kruising van de Brabantdam en het François Laurentplein.
Vele groeten.
Wim #gidsingent
Dank voor de zeer interessante geschiedenis van de velde broeders👍🏼🥰‼️
Waar is het mooie schilderij Gentse Waterzooi????
Graag meer uitleg😍❣️
Alvast veel dank💝💖💓👄