Over het Lam Gods van Hubert en Jan Van Eyck is de voorbije jaren al heel wat inkt gevloed. In die wetenschappelijke boeken over dit meesterwerk, de makers ervan of de diefstal van de Rechtvaardige Rechters, blijven de opdrachtgevers vaak in de schaduw. Met zijn historische roman Vijd: het verdriet van het Lam Gods kleurt Jonas Bruyneel – Letterzetter van de stad Kortrijk – een deel van deze lancune in.
Bruyneel vertelt meer dan honderd jaar geschiedenis van het graafschap Vlaanderen. Hij vertrekt in 1330 in het Land van Beveren bij de broers Jan en Clais Vijd. Ze klimmen uit de polders op tot burchtvoogd aan de Schelde in Beveren. Jan sterft vroeg en Clais wordt rijk: de ontginning van de turf in de Wase Moeren en zijn werk als baljuw leggen hem geen windeieren. Af en toe vervalst hij zijn boekhouding voor de graaf. Maar wat maakt het uit: is hij niet onmisbaar en hierdoor onaantastbaar? De komst van een nieuwe graaf – Filips de Stoute, tevens hertog van Bourgondië – brengt meer controleurs op pad: Filips heeft geld nodig en wild zijn spierballen laten zien. In één klap wordt Clais Vijd een paria en verlaat hij Beveren.
Het tweede deel van het boek speelt zich voornamelijk af in Gent. Bruyneel richt zich nu op zoon Joos Vijd. Het is een man vol ambtitie. Snel na zijn huwelijk met Elisabeth Borluut – uit één van de voornaamste families van de stad – wordt hij in het schepencollege opgenomen. Ondernemend is hij ook: de middeleeuwse huizenmarkt brengt heel wat geld in het laatje. In het Gent van de eerste helft van de vijftiende eeuw gonst het van de bedrijvigheid. De Sint-Janskerk wordt verbouwd van kleine romaanse kerk tot een schitterend gotisch bouwwerk. Verschillende keren neemt de auteur ons mee op de schouders van Joos Vijd naar de werf. Het is in één van deze pasgebouwde kranskapellen dat Vijd zijn knagend verdriet in de ogen kijkt. Wie zal zich hem en Elisabeth herinneren als ze kinderloos sterven? Een eigen kapel met een priester die dagelijks de mis leest voor hun ziel lijkt de enige oplossing. En omdat geld geen probleem is, spreekt hij in één adem de meest toonaangevende schilder van dat moment aan om een veelluik te ontwerpen om zijn kapel te versieren: Hubert van Eyck. Na diens voortijdige dood neemt zijn jongere broer Jan het werk over. Joos Vijd kan opgelucht afscheid nemen van het leven: hij zal niet vergeten worden…
Bruyneel is in zijn opzet geslaagd om twee generaties van de familie Vijd tot leven te brengen: de ambitie om steeds hogerop te willen die van vader op zoon doorgegeven wordt, de contacten met de graven van Vlaanderen en de hertogen van Bourgondië, hun verwevenheid in de locale en grotere Vlaams-Bourgondische politiek…
Hij slaagt er ook in om de lezer mee te nemen op een toeristische wandeling door Gent wanneer we door de ogen van Joos een adembenemende wandeling maken door middeleeuws Gent. Het zou een leuke opstap kunnen worden voor een gegidste wandeling door het Gent van de Vijds en de eerste Bourgondiërs… Mijn uitdaging voor het Van Eyckjaar in 2020?
Jonas Bruyneel - Vijd. Het verdriet van het Lam Gods.
Lannoo,
Tielt,
256 blz.
€ 21,99
★★★★★